Deze bijwagen is een aanhangrijtuig met open balkons, met zowel een eerste als een tweede klasse. Later werd het licht verbouwd, en voorzien van gesloten balkons. Het is specifiek gebouwd voor de eerste elektrische tramdiensten, en werd getrokken door motorrijtuigen zoals de A 9314. Het aanhangrijtuig 1836 is van hetzelfde type, maar werd al van bij de constructie voorzien van gesloten balkons.

In 1953 wordt het rijtuig uit dienst genomen, en verkocht als schroot. Het deed onder meer dienst als vakantiewoning en scoutslokaal – iets dat wel meer wagens moesten ondergaan. In 1996 werd het aangekocht door het trammuseum en naar Schepdaal overgebracht, maar het is nog steeds wachten op renovatie.

De wagen staat nu opgesteld op de rolwagen, om toe te laten de wagen te verplaatsen. De rolwagen is geen deel van het oospronkelijke rijtuig. Het is niet bekend waar het chassis en de wielen van A1760 nu te vinden zijn, en of ze zelfs nog bestaan.

—

Bron: Erfgoedcatalogus tram De Buurtspoorwegen (NMVB), auteur Stefan Justens